Is een tuigje goed voor een hond, en welk hondentuig is het beste? Het vinden van een goed hondentuig kan best lastig zijn, zeker met alle verschillende meningen die erover bestaan. Wat je vaak hoort, is dat borsttuigen slecht zouden zijn voor de gewrichten van een hond, omdat ze de bewegingsvrijheid zouden beperken. Maar is dat echt zo zwart-wit? In dit blog kijk ik samen met jou naar alle informatie over hondentuigen, inclusief wat de huidige wetenschap hierover zegt. Wat klopt er echt en wat niet? Zo krijg je een helder en eerlijk beeld, zodat je zelf een goede keuze kunt maken voor jouw hond.

1. Basiskennis: soorten tuigen
Hondentuigen zijn er tegenwoordig in allerlei vormen en maten; je kunt het zo gek niet bedenken of het bestaat. Het aanbod is zo groot dat het soms lastig is om door de bomen het bos te zien. Daarom geef ik je ter inleiding een korte uitleg over de meest gangbare soorten harnassen. Uiteraard zijn er nog veel meer varianten, maar met deze uitleg heb je een goed overzicht van een aantal soorten tuigen die je kunt tegenkomen.
Borsttuig
Een borsttuig is een tuig dat horizontaal over de borst van de hond loopt. Soms is er een extra band toegevoegd die tussen de voorpoten doorloopt. Sinds ongeveer het jaar 2000 is dit type tuig sterk in populariteit toegenomen. Ook nu zie je het nog regelmatig op straat.
Een groot voordeel van dit tuig is dat het ontzettend makkelijk is om deze bij de hond aan te doen. Een nadeel is dat een hond ook makkelijker uit dit tuig kan ontsnappen.
De laatste jaren is het borsttuig veel in opspraak, omdat het niet genoeg ruimte aan de schouderbladen van de hond zou bieden.
(Foto’s: Links boven, Loki @trickswithloki - Rechts boven, Koji @thehouse_offluffybutts - Links onder, Moos @moosandjoos - Rechts onder, Moos @moosandjoos)


Y-tuig
Een Y-tuig heeft, zoals de naam al zegt, een Y-vorm op de borst. De banden van een Y-tuig lopen vanaf boven de schouders naar een punt tussen de voorpoten en gaan dan verder naar achteren. Y-tuigen zijn op dit moment ontzettend populair, omdat ze meer bewegingsvrijheid zouden bieden aan de hond.
Een nadeel van dit tuig is dat het vaak wat meer tijd kost om om te doen, en het tuig in sommige gevallen over het hoofd van de hond getrokken moet worden.
(Foto’s: Links boven, Moos @moosandjoos - Rechts boven, Honey @bears.little.family - Links onder, Mylo @thuismetpootjes - Rechts onder, Mojo @mojothehappyjack)


Instaptuig
Een instaptuig is een tuig waar de hond letterlijk met beide voorpoten in moet stappen. Daarna kan het tuig op de rug vastgemaakt worden. Een instaptuig is vaak te herkennen aan de driehoekige vorm aan de zijkant van de hond. De voorkant van het instaptuig kan net zoals een Y-tuig een Y-vorm hebben, maar het is ook mogelijk dat deze net als het borsttuig een horizontale band heeft. Dit tuig wordt vooral gebruikt bij kleinere honden. Het biedt gemak doordat je het tuig niet over het hoofd van de hond hoeft te trekken
(Foto's: Links boven en rechts onder, Vita @thuismetpootjes - rechts boven en links onder Koda @aussie_koda__)


Trektuig
Een trektuig, ook vaak een sporttuig genoemd, is een langwerpig tuig, waarvan het de bedoeling is dat het de trekkracht optimaal verdeelt. Trektuigen zijn er in verschillende vormen, maar zijn herkenbaar aan de lengte en de X-vormen in het tuig. Daarbij zijn deze tuigen zo bedoeld dat ze zo comfortabel mogelijk voor de hond zijn wanneer er kracht op de lijn staat. Dit tuig wordt, zoals de naam al eigenlijk aangeeft, vooral gebruikt bij hondensporten zoals canicross en bikejoring, waarbij de hond mag trekken
(Foto’s: Rechts boven en links onder, Moos @moosandjoos - Links boven en rechts onder, Mylo @thuismetpootjes)





(Foto 1. Kyo @kyo_thelab - Foto 2. Moos @moosandjoos - Foto 3. Levi @levi_the_auss)
2. Basiskennis: bevestigingspunten
Niet alleen kennis over verschillende soorten harnassen kan handig zijn, ook de bevestigingspunten voor de lijn kunnen uitmaken. De plaatsing van deze ring kan namelijk het drukpunt van het tuig beïnvloeden. Over het algemeen zijn er 4 verschillende plekken waar deze geplaatst kunnen worden. Soms hebben tuigjes een combinatie van bevestigingspunten, waardoor er keuze ontstaat.
1. Op de rug, aan de achterkant van het tuig
2. Op de rug, in het midden van het tuig
3. Op de rug, aan de voorkant van het tuig
4. Op de borst, waardoor er een zogenoemde 'anti-trek' functie ontstaat

1. Op de rug, aan de achterkant van het tuig.
Wanneer je een tuig hebt waarbij de bevestiging op de rug aan de achterkant van het tuig zit, dan zal het drukpunt bij kracht van de lijn meestal vooral op de borst en/of schouders liggen, met een lichte trek naar achteren. Vaak wordt de plaatsing van dit bevestigingspunt als optimaal gezien voor het comfort en welzijn van de hond. Het zorgt er echter wel voor dat de kracht van de hond in verhouding sterker is waardoor er voor de geleider minder controle kan zijn.
2. Op de rug, in het midden van het tuig
Wanneer je een tuig hebt waarbij de bevestiging op de rug in het midden van het tuig zit, dan zal het drukpunt bij kracht van de lijn zich meestal verplaatsen richting de schouders, borstbeen en/of ribbenkast. Hierdoor wordt de plaatsing van dit bevestigingspunt voor het comfort van de hond als iets minder optimaal gezien, en zal de kracht bij druk iets afnemen voor de geleider.
3. Op de rug, aan de voorkant van het tuig
Wanneer je een tuig hebt waarbij de bevestiging op de rug aan de voorkant van het tuig zit (dichtbij de nek van de hond), dan zal het drukpunt bij kracht van de lijn meestal richting de nek en schouderbasis gaan. Wat meer vergelijkbaar met een halsband is. Trekken wordt hierdoor voor de hond vaak nog minder comfortabel. Door het veranderende drukpunt zal de hond ook minder kracht kunnen zetten, waardoor de controle van de geleider toeneemt.
4. Op de borst, waardoor er een zogenoemde 'anti-trek' functie ontstaat
Wanneer je een tuig hebt waarbij de bevestiging van de lijn op de borst zit, dan zul je bij kracht aan de lijn de hond naar binnentrekken. Deze bevestiging heeft hiermee een corrigerende functie. Dit wordt door veel merken als een anti-trekfunctie geadverteerd, omdat de kracht van de hond hiermee drastisch naar beneden gaat en de controle van de geleider toeneemt. Echter wordt er door veel professionals, zoals trainers en fysiotherapeuten voor dit soort tuigen gewaarschuwd, zij beweren dat door het systematisch naar binnentrekken van de hond op lange termijn schade aan het lichaam van de hond kan veroorzaken. De continue druk op de schouder zou er voor zorgen dat de hond op den duur scheef zou gaan lopen, waarbij het risico voor jonge honden en pups nog groter is, omdat zij nog aan het groeien zijn. Dit zou voor blessures en blokkades in het lichaam van een hond kunnen zorgen. Wanneer we kijken naar wetenschappelijk onderzoek, geeft een studie van Dowdesdwell en Churchill (2024) aan dat het gebruik van een tuig met een bevestiging aan de voorkant, qua positie van de bevestigingsring, de grootste invloed had op de buiging en strekking van de gewrichten. Daarom zou ik zelf afraden om deze functie te gebruiken, totdat er meer onderzoek over dit onderwerp beschikbaar is. Zo voorkom je mogelijke blessures op de korte en lange termijn.
Een extra tip: een ring op de borst kan wel erg leuk zijn om een penning aan te hangen!
3. Wetenschap: welk tuig is het beste?
Zoals eerder genoemd is het borstharnas tegenwoordig vaak in opspraak omdat deze de bewegingen van een hond tegen zou zitten, een goed passend Y-tuig zou de oplossing zijn. En eerlijk is eerlijk, ook ik gebruik alleen Y-tuigen voor mijn hond. Voor dit blog wil ik echter wat meer de wetenschap in om te laten zien hoe onderzoeken over de verschillen in harnassen spreken. Ik ben namelijk zelf in 'opleiding tot wetenschapper', en wil daarom op basis van de huidige wetenschap via dit blog over borstharnassen en y-harnassen kennis verspreiden in begrijpbare taal. Geen verkooppraatje dus, maar echt gericht op het welzijn van onze honden. Het is belangrijk om te weten dat er in de wetenschap nog veel onbekend is over harnassen, nog lang niet alles is onderzocht en ook als er al wat onderzocht is, is het goed om kritisch naar deze onderzoeken te blijven kijken. Net als de kennis over het trainen van honden, groeit de kennis over het gebruik van harnachement snel. Het is daarom fijn om hier up-to-date over te blijven, zodat je op basis van de meest recente kennis een keuze kunt maken voor het welzijn van jouw hond. Ik zal je nu stap voor stap meenemen door de onderzoeken die ik bestudeerd heb voor dit blog.

Onderzoek 1: Lafuente over schouderextensie, borsttuig versus Y-tuig
Een inleidend onderzoek van Lafuente (Lafuente et al., 2018) onderzocht hoeveel invloed een borstharnas en een Y-tuig hebben op de schouderextensie van een hond. Schouderextensie is een beweging waarbij de voorpoot naar achteren beweegt, waarbij de hoek tussen het schouderblad en het bovenarmbot groter wordt. Dit is een natuurlijke beweging die vooral belangrijk is voor een soepele, vrije pas. Bij dit onderzoek werd gekeken of een harnas deze beweging zou kunnen beïnvloeden.
De resultaten van het onderzoek waren opvallend. Het toonde aan dat niet alleen het borstharnas, maar ook het Y-tuig invloed heeft op de pas van de hond. Sterker nog, Lafuente geeft op basis van het onderzoek zelfs aan dat het Y-tuig meer beperkend zou zijn voor de schouderextensie van de hond dan het borstharnas. Op basis van dit onderzoek zou je dus kunnen zeggen dat het huidige heersende beeld, waarbij een borstharnas slecht is en een Y-tuig goed, niet klopt. Echter, dit ging om een ontzettend klein inleidend onderzoek, met slechts negen honden. De honden liepen op een loopband, waarbij de natuurlijke schouderextensie, de extensie met het Y-tuig en de extensie met het borsttuig gemeten werden. Daarbij werd ook getest op kracht op de harnassen en zonder kracht op de harnassen. De honden werden minstens een uur van tevoren aan de loopband geïntroduceerd voor dit onderzoek.
Wanneer ik met een kritische noot naar dit onderzoek kijk, zijn er een aantal dingen die de resultaten hebben kunnen beïnvloeden. Zo was het testpanel erg klein, werd er gebruikgemaakt van slechts één soort Y-tuig en één soort borsttuig, en is de introductie op de loopband mogelijk te kort op het werkelijke onderzoek, wat de pas kan beïnvloeden. Ook heeft een loopband een beweging in zich die een hond normaal tijdens een wandeling niet zal ervaren. Het is dus niet per se op de praktijk toepasbaar. Daarnaast is het benoemenswaardig dat er voor het borstharnas in dit onderzoek een bevestigingspunt op de rug gecreëerd is, terwijl het specifieke type van dit harnas normaal gesproken een bevestigingspunt aan de voorkant heeft, in plaats van dat er gekozen is voor een type borstharnas dat al een bevestigingspunt op de rug had. Het onderzoek kijkt bovendien alleen naar kortetermijngevolgen, en niet naar langetermijngevolgen. De gebruikte honden waren van verschillende rassen, wat de resultaten ook kan beïnvloeden. Ten slotte werd er alleen naar de schouderextensie gekeken; de grootte van de pas en andere bewegingen werden niet meegenomen. Dit onderzoek is dus, zoals Lafuente zelf ook aangeeft, erg inleidend en zeker een reden voor verder onderzoek. Er kan dus niet zwart-op-wit vastgesteld worden dat een Y-tuig voor minder schouderextensie zorgt dan een borstharnas. Wel is het duidelijk dat een Y-tuig net zo goed de bewegingsvrijheid van een hond kan beïnvloeden als een borstharnas.

Onderzoek 2: Williams over effecten van harnassen op hoe het hondenlichaam beweegt
Een recenter onderzoek van Williams gaat deels verder op het onderzoek van Lafuente. (Williams et al., 2023) Dit onderzoek is al een stuk uitgebreider en worden er andere dingen gemeten dan de schouderextensie, dit zijn ze alle vier kort opgesomd:
1. de staplengte, dit is de grootte van de passen die een hond maakt.
2. de verdeling van het lichaamsgewicht in percentages op de voor- en achterpoten.
3. De GTH-hoek (Greater Tubercle of the Humerus, of in het Nederlands: de grote knobbel van het opperarmbeen), deze meet simpel gezegd hoe het bovenarmbot beweegt bij het schoudergebied tijdens het lopen.
4. De LEH-hoek (Lateral Epicondyle of the Humerus, of in Nederlands: de buitenste knobbel aan het uiteinde van het opperarmbeen), deze meet simpel gezegd hoe de elleboogregio beweegt tijdens het lopen.
Er wordt in tegenstelling tot Lafuente's onderzoek bij dit onderzoek niet meer gebruik gemaakt van een loopband, omdat dit de pas van de hond zou kunnen beïnvloeden. In plaats daarvan werd er bij dit onderzoek gebruik gemaakt van een drukgevoelige mat, dit is een mat die de druk meet die erop wordt uitgeoefend. Daarnaast wordt er gebruik gemaakt van meer honden (66 in totaal), en wordt er nu niet getest op slechts 1 y-tuig maar twee y-tuigen van verschillende materialen (een van stugger materiaal en een met fleece). Ook werd er gemeten op een borstharnas, een halsband en een eventueel eigen tuig, Er wordt bij dit onderzoek alleen gemeten op het lopen aan een losse lijn. Inplaats zoals bij het onderzoek van Lafuente alle rassen bij elkaar te stoppen zijn er in dit onderzoek groepen gemaakt op basis van verschillende rassen; Cocker Spaniels, Labradors, Springer Spaniels, Staffords, Franse Bulldogs en Kruisingen. De resultaten zijn dit maal per groep beschikbaar gesteld en zijn weer erg verassend. Kort door de bocht valt er uit het onderzoek te concluderen dat er zeker verschillen te zien tussen het gebruik van harnachement in betrekking tot de GTH-hoek, LEH-hoek, staplengte en verdeling van het lichaamsgewicht. Echter zijn de resultaten niet hetzelfde voor elk ras en elk tuig. Ik zal kort langs alle vier de punten gaan om deze resultaten iets gedetailleerder uit te leggen, en zou zeker aanraden om dit onderzoek te lezen bij interesse, omdat er ontzettend veel resultaten zijn die ik niet in een blog kan samenvatten.
- De staplengte:
Met uitzondering van de Stafford waren er duidelijke verschillen in de staplengte van honden. De cockers en kruisingen hadden een kortere pas in het borsttuig. Labradors en Springer Spaniels leken minder beïnvloed te worden door het borsttuig, maar hadden juist een kortere pas in de y-tuigen vergeleken hun halsband. De Franse buldoggen hadden in het y-tuig met het soepelere fleece materiaal een duidelijk grotere staplengte, zelfs groter dan met een halsband. Deze resultaten zouden kunnen betekenen dat honden met relatief lange poten minder last en beperking zouden kunnen ervaren van een borsttuig, waarschijnlijk omdat de borstband bij deze honden gemiddeld hoger zit.
- De verdeling van het lichaamsgewicht:
Gemiddeld gezien wordt het lichaamsgewicht van een gezonde hond 60% op de voorpoten belast, en 40% op de achterpoten, voor sommige honden en hondenrassen kan dit afwijken. Het zou mogelijk kunnen zijn dat honden die een harnas als oncomfortabel ervaren hun gewicht meer naar achteren gaan verplaatsen, maar dit is nog niet wetenschappelijk bewezen. Tijdens het onderzoek viel wel op dat harnassen de verdeling van het lichaamsgewicht kon beïnvloeden. Bij sommige rassen nam het lichaamsgewicht op voorpoten toe, bij andere rassen op de achterpoten. Bij de Labradors en Franse bulldogs viel op dat ze niet extra gewicht op de voorpoten zetten bij het gebruik van een harnas.
- De GTH-hoek
Het minimum van de GTH-hoek liet per ras en tuigtype grote verschillen zien. Voor Cocker Spaniels en Springer Spaniels leek er geen verschil te zijn. Labradors hadden een lagere minimale GTH-hoek bij het dragen van een borsttuig dan bij een halsband of een fleece Y-tuig. Franse Bulldogs hadden een kleinere minimale GTH-hoek bij het dragen van een halsband dan bij het dragen van een Y-tuig met stugger materiaal of hun eigen tuig. Staffordshire Bull Terriers hadden juist weer een lagere GTH-hoek bij het dragen van een borstharnas ten opzichte van een halsband of een fleece harnas. Ook bij kruisingen werd een lagere minimale GTH-hoek gezien bij het dragen van een borsttuig in vergelijking met een stijver Y-tuig. Het maximum van de GTH-hoek liet weinig verschillen zien en leek niet beïnvloed te worden door het harnas.
- De LEH-hoek:
Alleen bij Cocker Spaniels werd een verschil gezien in de minimale LEH-hoek. Deze was lager wanneer zij een borsttuig droegen in vergelijking met een Y-tuig van stijver materiaal. Veranderingen in de maximale LEH-hoek werden gevonden bij Labradors, Springer Spaniels en kruisingen. Opmerkelijk was dat bij Labradors en kruisingen de maximale LEH-hoek groter was bij het dragen van een borsttuig dan bij een halsband. Bij kruisingen was de maximale LEH-hoek ook groter bij het dragen van een borsttuig dan bij een stijver Y-tuig. Springer Spaniels hadden een grotere maximale LEH-hoek bij het dragen van een fleece Y-tuig dan bij een borsttuig of een halsband.
Uit het onderzoek blijkt dat sommige honden hun voorpoot verder naar achteren zetten als ze een borsttuig dragen in vergelijking met een Y-tuig of een halsband. Bij sommige rassen, zoals Springer Spaniels, was dit juist andersom. Hoewel er verschil in beweging te zien was, leek dit niet direct te wijzen op ongemak. De manier waarop een tuig is gemaakt, bijvoorbeeld hoe breed de banden zijn en van welk materiaal, kan invloed hebben op hoe een hond beweegt. Omdat veranderingen in het looppatroon op lange termijn invloed kunnen hebben op het lichaam van de hond, is het belangrijk dit mee te nemen in je keuze voor een tuig.
Wel is het belangrijk om ook bij dit onderzoek kritisch te blijven nadenken, sommige van deze rassen hadden maar enkele 'test honden' , bij de Franse Bulldogs waren dit er bijvoorbeeld maar 4, dat betekent dat wanneer een van deze honden heel anders loopt dan het gemiddelde van Franse Bulldogs, deze cijfers flink zal beïnvloeden. Ook werd er gemiddeld veel meer gebruik gemaakt van reuen dan teven. Daarnaast is er alleen op het lopen op de losse lijn gemeten, terwijl volgens een survey 82,7% van hondeneigenaren aangeeft dat hun hond trekt. Dit zou de resultaten flink kunnen beïnvloeden en is op dit moment dus echt een gat in de wetenschap. Ook is het belangrijk om te weten dat dit onderzoek gedaan is op honden tussen de 1 en 10 jaar oud, hierbij zijn de exacte leeftijden niet weergegeven, terwijl leeftijd ook beweging zou kunnen beïnvloeden. Tevens is er ook geen rekening gehouden met hoe pups door een tuig in beweging beïnvloed zouden kunnen worden. Ook dit onderzoek kijkt alleen naar korte termijn gevolgen, terwijl de lange termijn gevolgen waarschijnlijk nog veel waardevoller zouden zijn om te weten.
De conclusie van dit onderzoek is dat het vinden van het juiste harnachement echt een individuele zoektocht is. Het onderzoek benoemd dat het een mogelijkheid is dat er geen 'perfect' harnas is dat op alle honden toegepast kan worden. Een harnas dat voor de ene hond geschikt is, kan voor een andere hond juist beperkend of belastend zijn. Bij het uitzoeken van een harnas moet er vooral gekeken worden naar de bouw van de individuele hond en niet het gemiddelde van het ras.

Onderzoek 3: Cavalli en Protopopova met een overzicht van alle huidige onderzoeken over harnachement voor honden
Tijdens het schrijven van dit blog ben ik erachter gekomen dat er de afgelopen jaren ontzettend veel nieuwe literatuur over harnassen is verschenen. Het meest recente onderzoek dat ik kan vinden, is op het moment van schrijven slechts 10 dagen oud: gepubliceerd op 22 juli 2025. En dat onderzoek vormt meteen een mooie afsluiter, want het is een literatuurstudie. Literatuuronderzoek is het zoeken naar en bestuderen van bestaande informatie over een onderwerp, om te weten wat al onderzocht of ontdekt is. Dit onderzoek zou je dus kunnen zien als een samenvatting van alle huidige onderzoeken rondom harnassen (en daarnaast ook ander harnachement voor honden, zoals halsbanden). Dit literatuuronderzoek is, voor wetenschappelijk onderzoek, vrij makkelijk te lezen en voor iedereen toegankelijk. Daarom is het zeker een aanrader als je dit blog interessant vindt en meer wilt weten over de huidige kennis rondom harnassen. Omdat het onderzoek zelf al een samenvatting is van verschillende studies, deel ik in dit blog alleen de conclusie.
Deze conclusie is dat je bij het kiezen van een harnas voor je hond goed moet letten op de individuele eigenschappen van je hond, gecombineerd met de functionele wensen die jij zelf hebt (Cavalli & Protopopova, 2025). Wanneer een hond bijvoorbeeld erg veel trekt, geeft dit onderzoek aan dat het belangrijk kan zijn om ook naar de veiligheid van de situatie te kijken. In dat geval kan een tuig met een lijnbevestiging aan de voorkant, in combinatie met training, een goede keuze zijn. Voor honden die niet trekken, raden de onderzoekers zowel een borstharnas als een Y-harnas aan, waarbij het bevestigingspunt op de rug van de hond zit. Ook kan een halsband passend zijn volgens dit onderzoek, als de hond netjes aan de lijn kan lopen.
Een kritische kanttekening bij dit onderzoek is het advies om bij trekkende honden te kiezen voor een tuig met correctieve werking. Vanuit een trainingsperspectief zou dit niet de eerste keuze moeten zijn. Het onderzoek toont namelijk aan dat dit soort tuigen minder gunstig lijken voor het welzijn van de hond, waardoor het opmerkelijk is dat ze toch worden aanbevolen. Het argument lijkt te zijn dat deze honden anders niet uitgelaten zouden kunnen worden, wat volgens het onderzoek het welzijn van de hond verder kan beperken. Echter zijn er meerdere gradaties van kracht en trekken, uit een survey blijkt dat eigenaren in Engeland en Ierland aangeven dat 82,7% van de honden trekt aan de lijn (Shih et al., 2021), Dat zouden dus erg veel correctieve tuigen zijn. Daarnaast wil ik toevoegen dat er meer opties zijn voor beweging en mentale verrijking dan alleen een wandeling. Ik wil daarbij benadrukken dat er vaak meer mogelijkheden zijn voor beweging en mentale verrijking dan alleen een wandeling. Voor honden die op dat moment niet veilig over straat kunnen, kunnen andere opties mogelijk een betere keuze zijn, ook in het opzicht van welzijn.
4. Conclusie: Maar welk tuig is nu het beste?
Zoals het onderzoek van Williams aangeeft is er een mogelijkheid dat er geen perfect harnas bestaat voor elke hond. (Williams et al., 2023) Dat betekent dat je echt zelf voor je hond op zoek zult moeten gaan naar een tuig dat past bij de kenmerken en bouw van jouw individuele hond. Het is slim om in je keuze niet alleen de vorm van een harnas mee te nemen. Huidige onderzoeken wijzen namelijk uit dat ook het bevestigingspunt van de lijn en materiaal van een tuig uit zouden kunnen maken bij het kiezen van een juist tuig, zo lijkt fleece het gemiddeld beter te doen door de soepelheid. Op dit moment zijn er aanwijzingen dat een Y-harnas gemiddeld beter past bij kleinere honden dan borstharnassen, bij grotere honden die hoger op de poten staan, is dit wat onzekerder. Ondanks dat de onderzoeken allemaal niet erg negatief lijken te zijn over beide het Y-harnas en het borstharnas, is het wel belangrijk om je te blijven realiseren dat dit op basis van korte termijn gevolgen is, waarbij er niet op pups/jonge honden getest is, niet alle rassen meegenomen zijn, en dat er nog weinig getest is op druk op lijn, daarom is het belangrijk dat er altijd kritisch naar resultaten gekeken wordt. Zelf blijf ik bij voorkeur een Y-harnas gebruiken voor mijn hond, omdat deze relatief goed uit de resultaten van onderzoeken komt en ik de onzekerheid van gevolgen op lange termijn mee neem in mijn afweging. Daarnaast blijf ik de huidige wetenschap volgen, want wie weet komt er in de toekomst meer kennis beschikbaar over juist gebruik van harnassen.
Misschien denk je nu, wat een gedoe, ik ga wel voor een halsband. Dat is heel begrijpelijk, en wie weet is dat inderdaad de beste keuze voor jou en jouw hond, maar realiseer je wel dat een halsband net zo goed beperkend kan zijn voor de beweging van jouw hond. Een halsband kan daarnaast bij kracht zorgen voor een verhoogde druk op de luchtpijp van de hond. Dit is niet alleen oncomfortabel voor de hond maar kan ook medische gevolgen hebben. Sommige honden zijn hier gevoeliger voor dan andere honden. Vooral bij honden waarbij een verhoogde druk in de hersenen of oogbol schadelijk kunnen zijn, worden sterk afgeraden om een halsband te dragen. Hetzelfde geld voor honden met bijvoorbeeld neurologische aandoeningen in de nek of een ingezakte luchtpijp (Lafuente et al., 2018) Vaak wordt een halsband daarom afgeraden bij bepaalde rassen en specifieke individuele gevallen. Elk type harnachement, of het nu een tuig of halsband is, kan dus mogelijk beperkend zijn voor jouw hond.
Dit zijn extra tips waar je op kunt letten of dingen die je kunt doen om ervoor te zorgen dat jouw hond er comfortabel bij loopt:
1. Let op: schouders, oksels en nek
Zorg ervoor dat het tuig dat je gebruikt genoeg ruimte biedt voor de schouders van je hond, waarbij de bewegingsvrijheid optimaal is. Let er daarnaast op dat het harnas niet knelt bij de oksels van jouw hond. Als allerlaatste is het belangrijk dat het tuig de nek en de luchtpijp van jouw hond vrijhoudt, zodat deze niet afgekneld kunnen worden.
2. Maak vergelijkende filmpjes
Maak een filmpje van hoe jouw hond aan een halsband loopt en daarnaast een filmpje van jouw hond wanneer hij of zij met een tuig loopt, of met meerdere tuigen als je deze wilt vergelijken. Vergelijk vervolgens de filmpjes, eventueel in slowmotion, om te kijken of je verschillen ziet in de passen van je hond. Dit is super interessant voor jezelf en kan helpen bij het kiezen van een goed passend tuig. Het beste is om de filmpjes vanaf een laag standpunt te maken, vanaf de zijkant, zodat je de passen van je hond goed kunt zien.
3. Let op: veranderingen in gedrag
Let op of het gedrag van je hond verandert tijdens het wandelen met een tuig. Als je hond bijvoorbeeld langzamer gaat lopen, kan dat een teken zijn dat het harnas oncomfortabel aanvoelt.
4. Controleer na gebruik
Kijk na het gebruik van een tuig of er schuurplekken of schade aan de vacht of huid van je hond ontstaat. Ook temperatuurverschillen op het lichaam kunnen een reden zijn om van harnachement te wisselen. Deze verschillen kunnen zowel op de korte als op de lange termijn ontstaan. Bij temperatuurverschillen kan het verstandig zijn om een osteopaat, fysiotherapeut of dierenarts mee te laten kijken naar het lichaam van je hond, om andere oorzaken uit te sluiten.
5. Houd rekening met veranderingen
Het lichaam van je hond kan voortdurend veranderen, bijvoorbeeld door veranderingen in de bespiering of door toename of afname van gewicht. Controleer het tuig daarom regelmatig, want het kan zijn dat het door deze veranderingen minder goed is gaan passen.
Bronnen
Cavalli, C., & Protopopova, A. (2025). Review of Collars, Harnesses, and Head Collars for Walking Dogs. Animals, 15(15), 2162. https://doi.org/10.3390/ani15152162
Dowdeswell, L., & Churchill, L. (2024). The Influence of Harness Design on Forelimb Biomechanics in Pet Dogs. Reinvention An International Journal Of Undergraduate Research, 17(S1). https://doi.org/10.31273/reinvention.v17is1.1372
Lafuente, M. P., Provis, L., & Schmalz, E. A. (2018). Effects of restrictive and non‐restrictive harnesses on shoulder extension in dogs at walk and trot. Veterinary Record, 184(2), 64. https://doi.org/10.1136/vr.104946
Shih, H., Phillips, C. J. C., Mills, D. S., Yang, Y., Georgiou, F., & Paterson, M. B. A. (2021). Dog Pulling on the Leash: Effects of Restraint by a Neck Collar vs. a Chest Harness. Frontiers in Veterinary Science, 8. https://doi.org/10.3389/fvets.2021.735680
Williams, E., Hunton, V., Boyd, J., & Carter, A. (2023). Effect of harness design on the biomechanics of domestic dogs ( Canis lupus familiaris ). Journal Of Applied Animal Welfare Science, 1–17. https://doi.org/10.1080/10888705.2023.2259796
Add comment
Comments